Van de rij huizen aan de westkant van het Domplein, allemaal in
eclecticistische stijl,
valt nummer 26 het minst op. Het is in 1879 ontworpen door
I.H.J. van Lunteren.
Het huis heeft twee
bouwlagen,
gescheiden door een
cordonlijst.
De begane grond ligt wat verhoogd. In de
plint
zijn kelderlichten
opgenomen. De
gevelopeningen
zijn segmentboogvormig,
de schuifvensters
hebben een
sluitsteen
en staan op een
onderdorpelband.
De gevel heeft drie
vensterassen.
De rechter is een
risaliet
en heeft de ingang in een klein
portiek
tussen geblokte
pilasters.
Het hoofdgestel
ervan lijkt op het eerste gezicht een
balkon
te dragen, maar dat is schijn. Boven de
kroonlijst
wordt dit deel van de gevel afgesloten met een fraai
dakvenster
met rondlicht
en op de top een
akroterie.
Het schilddak
met de nok
loodrecht op de
rooilijn
is laag.
Het is uitgevoerd als
mansardedak,
maar de dakhelling
is boven de kniklijn
zo flauw dat dit deel welhaast een
plat dak
vormt; het is dan ook met
zink
gedekt. Net als bij de rechter buurpanden zie je vanaf het plein alleen het onderschild met gesmoorde dakpannen.
De gevel is zo asymmetrisch dat het lijkt alsof dit huis de resterende linkerhelft van een dubbelpand is,
maar de
rechter buurman
is ouder.
De rij huizen is gebouwd in
Flora's Hof,
de bloemkwekerij van
Hendrik van Lunteren,
de grootvader van de architect.
In de middeleeuwen lag ongeveer op deze plaats
de zuidelijke
transeptgevel
van de oeroude
Oudmunsterkerk.
Tekst: Jean Penders (10-2010). Bronnen: zie literatuurlijst. Afbeelding: Jean Penders